Het plan van aanpak: wat staat erin?

Is je werknemer langer dan 6 weken ziek? Dan moet er een plan van aanpak opgesteld worden. Wat staat er in een plan van aanpak (en wat niet) en wat als een medewerker niet mee wil werken?

Wanneer en waarom moet je het plan van aanpak opstellen?  

Het is wettelijk verplicht om in uiterlijk week 8 van het re-integratietraject het plan van aanpak op te stellen. Elke 4 tot 6 weken werken jullie het plan van aanpak bij. Dat is ook wettelijk verplicht. Gebruik hiervoor het evaluatieformulier.

Uitzondering voor het opstellen van het plan van aanpak: geen benutbare mogelijkheden

Je hoeft geen plan van aanpak op te stellen als de bedrijfsarts beoordeelt dat er “geen benutbare mogelijkheden” zijn. Dit houdt in dat een werknemer is opgenomen in een instelling en/of zijn eigen dagelijkse activiteiten niet kan verrichten.


Geen uitzondering voor het opstellen van het plan van aanpak: volledige arbeidsongeschiktheid

Beschrijft de bedrijfsarts concreet dat een werknemer nog niet kan werken? Dan zou er bijvoorbeeld staan: “werknemer is nu volledig arbeidsongeschikt en kan geen werkactiviteiten verrichten.” Dan noteren jullie dit in het plan van aanpak. Ook vermelden jullie welke andere stappen er wel worden ondernomen om herstel en daarmee de re-integratie te bevorderen. Bijvoorbeeld een behandeling om de 2 weken en elke 2 weken contact met elkaar.

Wat schrijf je in het plan van aanpak?  

In het plan van aanpak staan concrete afspraken om ervoor te zorgen dat je werknemer zo snel mogelijk weer aan het werk kan. Deze afspraken maak je samen met je werknemer met behulp van de probleemanalyse van de bedrijfsarts. Deze afspraken maak je samen met je werknemer met behulp van de probleemanalyse van de bedrijfsarts. Jullie maken afspraken over noodzakelijke behandelingen, cursussen/ trainingen en aan activiteiten (zoals mediation) die nodig zijn om werkhervatting weer mogelijk te maken. Het definitieve plan van aanpak moet ondertekend zijn door zowel werkgever als werknemer.

Voorbeelden van afspraken in het plan van aanpak

Voorbeeld 1)

De bedrijfsarts adviseert om 10 uren per week te werken, met voldoende rust tussen de werkdagen. Hierbij moet er rekening gehouden worden met de mogelijkheden en beperkingen van een werknemer. Dan vullen jullie in (voorbeeld):

“De werknemer kan volgens de bedrijfsarts 10 uren per week werken. De werknemer gaat op maandag, woensdag en vrijdag deze uren werken in aangepaste werkzaamheden. Hij werkt op deze dagen van 12 tot 15 uur in het magazijn. Hier helpt hij met het vullen van de vrachtwagens. Hij tilt alleen de lichte dozen. Als de vrachtwagens vol zijn, kan hij helpen met het opruimen van het magazijn.”


Voorbeeld 2)

Maak ook afspraken met elkaar over hoe jullie contact onderhouden en wanneer jullie tussentijdse evaluaties inplannen. Bijvoorbeeld elke week op kantoor of één keer in de twee weken telefonisch. Deze afspraken kun je ook met elkaar maken als werknemer niet kan starten met werken (re-integreren). Bij twijfel kun je aan de bedrijfsarts vragen of en hoe jullie de contactmomenten vorm kunnen geven.

Wat mag je niet schrijven in het plan van aanpak?

  • Medische termen zoals ‘operatie’, ‘huisarts’, ‘ziekenhuis’, ‘fysiotherapeut’;
  • Medische voorvallen zoals been gebroken, hartoperatie of (chemo)kuren.

Daarnaast is ons advies om emoties niet op te nemen in het plan van aanpak en/of andere re-integratieformulieren.

Wat als een werknemer niet meewerkt aan het opstellen van een plan van aanpak?

Als een werknemer niet meewerkt aan het opstellen van een plan van aanpak, ben je wettelijk verplicht om de werknemer hierop aan te spreken.

Wij geven je een aantal tips:

  1. Spreek af op een locatie; een boodschap persoonlijk overbrengen heeft vaak meer effect;*
  2. Geef in het gesprek aan dat je het traject in goede banen wilt leiden en dat jullie daar beide jullie best voor moeten doen;
  3. Een werknemer mag iemand meenemen naar het gesprek voor ondersteuning. En jij mag dat ook. Onthoud wel: het gesprek is alleen tussen werkgever en werknemer. Vind je het geen vruchtbaar gesprek? Dan geef je dat aan en maken jullie een nieuwe afspraak.
  4. Print, ter voorbereiding op het gesprek, het formulier plan van aanpak. Bespreek tijdens het gesprek dat het plan van aanpak opgesteld moet worden. Gebruik hierbij de adviezen van de bedrijfsarts.
  5. Besluit de werknemer om alsnog niet mee te werken aan het plan van aanpak? Dan moet je als werkgever een stimulerende maatregel ondernemen. Zoals het versturen van een waarschuwingsbrief. Neem contact met onze re-integratieadviseurs op om te bespreken wat de juiste stappen zijn in jullie situatie.

*Is afspreken niet mogelijk voor werknemer? Spreek dan met elkaar af dat het plan van aanpak door beiden afzonderlijk wordt ingevuld. Dit kunnen jullie per mail of per post afhandelen. Ook met deze optie moeten jullie overeenstemming bereiken over een passend plan van aanpak.

Neem contact op met ArboNext

Heb je meer hulp nodig dan bovenstaande tips? Kom je er echt niet uit met elkaar? Neem dan contact op met ons via info@arbonext.nl of 085 – 10 57 610.